Peter Siepelinga: ‘Schrijven is een aangeboren afwijking’

Op zaterdag 24 april presenteerde dorpsgenoot Peter Siepelinga zijn achtste boek: Dagboek, in Brasserie Meer. Het boek is in eigen beheer uitgegeven. ‘Ik heb zelf de omslag gemaakt, samen met mijn dochter’, vertelt Peter. Het boek is een vervolg op zijn vorige thriller (Desillusie), maar is ook los van dat boek te lezen.

Siepelinga, werkzaam als financieel directeur bij Wagenborg, is een man van de cijfers, maar ook van de letters. ‘Dat is een aangeboren afwijking van mij. Al op de lagere school. Als we een opstel moesten maken, schreven de meeste kinderen met moeite een half A4’tje vol en ik kwam met zes pagina’s aanzetten. Ik heb altijd verhaaltjes geschreven. Ik was bijvoorbeeld gek op het boek van Anne de Vries: Reis door de Nacht. Mijn vriendje had het, maar mijn vader vond het niet nodig om het voor mij te kopen. Toen ben ik begonnen het te gaan overschrijven wat na één pagina leidde tot het schrijven van mijn eigen Reis door de Nacht. Toen ik 23 jaar was, had ik mijn eerste boek klaar. Gewoon, getypt op een Brother typemachine. Maar ik deed er niks mee. Ik studeerde, had kleine kinderen, werkte overdag … in het weekend of ’s avonds schreef ik. Toen ik uiteindelijk manuscripten naar uitgeverijen stuurde, kreeg ik met een beetje geluk alleen een ontvangstbevestiging. Verder nooit iets. Op aandringen van mijn kinderen ben ik de boeken in eigen beheer gaan uitgeven.’

Zijn eerste boeken (Als twee vliegen en Proefvaart) zijn avonturenromans die zich afspelen in Brazilië. Daarna volgde een fantasy-trilogie. De laatste boeken zijn thrillers. Spiegelbeeld speelt zich af in Groningen en het pas verschenen Dagboek op Texel. Siepelinga is nu bezig met een drama, met als achtergrond een zware aardbeving in Groningen: leegloop, onbewoonbare huizen en ontwrichting.

‘Op mijn werk denk ik nooit aan het boek waarmee ik bezig ben. Schrijven is iets voor de zondagmiddag. Behalve als FC Groningen speelt. En ik heb nog een hobby: vissen. Druk? Ja, natuurlijk. Gelukkig heb ik niet veel slaap nodig. Uitslapen zou ik zonde van de tijd vinden.’

De hoofdpersonen van Siepelinga zijn altijd gewone mensen, zeker geen superhelden. Verder probeert Siepelinga zo min mogelijk te

beschrijven. De lezer mag zijn eigen invulling maken. ‘Dagboek eindigt open. De ene lezer leest het slot als een happy end de andere juist niet. Dat is mijn bedoeling. Verder moet je er vooral geen politieke ideeën achter zoeken. Beschouw mijn boek maar als een modern sprookje. De goeien tegen de slechten. Het goede overwint meestal, maar net als in een sprookje gebeuren er ook wrede dingen.’

Tekst: Nicolette Scholten
Foto’s: Chris Bomekamp