Goed gesprek over dorpsmolen

Zo’n 40 mensen kwamen op 12 oktober af op de uitnodiging van LOPEC, de energiecoöperatie van Loppersum, om door te praten over een mogelijke dorpsmolen. Gespreksleider Bé Schollema: ‘het doel van vanavond is het voeren van een goed gesprek. Dit is misschien het meest spannende dat de vrijwilligers van LOPEC tot nu toe hebben gedaan. Een soort democratisch experiment.’

Voorzitter Tjitse Mollema bracht alle overwegingen, de mitsen en maren, de feiten en de fabels in beeld. Nee, de realisatie is lang geen gelopen race. De hobbels zijn enorm. Regelgeving laat dergelijke windmolens nog niet toe. Anderzijds geeft het Klimaatakkoord van 2019 ruimte aan lokale initiatieven. Want de tijd is hopelijk voorbij, dat de centrale overheid (kijk naar Meeden!) lukraak in dunbevolkt gebied hoge molens parachuteert waarvan slechts een aantal boeren en ontwikkelaars profiteert en de omgeving de lasten moet dragen. Mollema wees erop dat dit de kans geeft om de regie te nemen. Eén van de uitgangspunten van het Klimaatakkoord is dat sprake moet zijn van 50 procent lokaal eigendom. Maar, benadrukte hij, het begint met draagvlak en nog eens draagvlak.

Er werden deze avond veel waardevolle vragen gesteld. Op sommige vragen heeft LOPEC natuurlijk (nog) geen antwoord. De ontdekkingstocht is nog lang niet voorbij. Maar op andere vragen heeft ze zich al voorbereid. Bijvoorbeeld dat een eigen molen wel heel veel geld kost, maar ook veel oplevert. Dat een dorp daarvan kan profiteren, blijkt uit ervaringen die het Friese Reduzum al jarenlang heeft.

Op de vraag waarom niet ingezet wordt op waterstof, wist Mollema te vertellen dat dit een prachtig alternatief kan zijn, maar niet op de korte termijn. Groene waterstof is een energiedrager waarvoor energie moet worden opgewekt met behulp van zon of wind. Waterstof wordt eerst gebruikt in de industrie en het vervoer en pas aan het eind is een keer de bebouwde omgeving aan de beurt. Terwijl het probleem nu urgent is. We kunnen, aldus Mollema, geen twintig jaar wachten.

Er was natuurlijk, behalve voor vragen, ook ruimte voor soms heftige pleidooien. Zowel tegen (‘Een windmolen is landschapsverruwing, wat laten we onze kinderen na?’) als voor (‘Binnen de kortste tijd is de aarde niet meer bewoonbaar, wat laten we onze kinderen na?’).

Schollema sloot de avond af met een boodschap voor LOPEC: ‘Op alle vragen moet een antwoord komen. Dat is een moeilijke opgave. En daarna blijft de principiële vraag staan waar we niet allemaal hetzelfde antwoord op zullen geven.’ Maar ook voor het dorp had hij een boodschap. ‘Word lid van LOPEC, voor een luttel bedragje koop je je in en praat je mee.’